Interne organisatie samenwerkingsverbanden

De nieuwe samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs (SWV) hebben voor wat betreft hun interne organisatie te maken met enkele spelregels uit het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. In deze bijdrage leggen we de focus op het interne toezicht bij SWV.

Het SWV moet ervoor zorgen dat er intern toezicht is georganiseerd op het bestuur. De functies van bestuur en intern toezicht moeten gescheiden zijn (onafhankelijke positie van het intern toezicht). Vervolgens moet geregeld zijn waarop dit toezicht betrekking heeft en moet dit interne toezichtorgaan kunnen beschikken over voldoende middelen om haar taak te kunnen uitvoeren. Een toezichtkader is hierbij een belangrijk instrument. 

Toezichtskader voor intern toezicht

In zo’n toezichtkader wordt vastgelegd hoe het SWV vorm wil geven aan de toezichthoudende rol. De Inspectie gaat in 2015 toezien op de aanwezigheid van een toezichtkader en het is de wens dat medio 2015 ieder SWV een toezichtkader heeft vastgesteld. Er wordt gekeken of de volgende aspecten zijn opgenomen in dit toezichtkader:

  • wettelijke taken van de toezichthouder
  • de maatschappelijke legitimatie voor het toezicht
  • de doelen waarop het toezicht wordt gehouden
  • de wijze waarop de toezichthouder het toezicht uitoefent

 
De interne toezichthouder dient jaarlijks te rapporteren over bevindingen, conclusies en aanbevelingen die de toezichthouder heeft.
De Inspectie voert het toezicht op SWV gefaseerd in en bepaalt pas na 1 augustus 2015 een toezichtarrangement voor elk samenwerkingsverband. De Inspectie wil de samenwerkingsverbanden niet onnodig belasten met haar onderzoeksactiviteiten, wat betekent dat eerst wordt gekeken naar het kwaliteitsaspect ‘resultaten’. Als de resultaten achterblijven dan zal het hier beschreven aspect over de organisatie bekeken worden.

Wilt u reageren of meer informatie?